- Blind mode tutorial
lichess.org
Donate
The Prison Novelty

The Prison Novelty

Alexander Wojtkiewicz (15.1.1963-14.07.2006)

Chess Personalities
Op deze quatorze juillet is het 19 jaar geleden dat Aleksander Wojtkiewicz overleed.

Hij werd geboren in Riga, Letland. Zijn vader, Pavel (1937-1982), was een schaker van meestersterkte en een bekend kaartspeler, zijn moeder was Russische. Alex begon met schaken op vroege leeftijd (vanaf 1970, onder trainer Alfred Akmentinsh) en was een groot schaaktalent als tiener: hij werd IM toen hij vijftien was en nationaal kampioen toen hij achttien was - niet verwonderlijk als je les krijgt van mensen als Bagirov, Gipslis en Vitolinsh. Hij was tevens Tals favoriete leerling in de schaakclub van Riga: niet alleen had hij veel aanleg voor het schaken, hij blonk ook uit in de drie hobbies die Tal had buiten het schaken: drinken, roken en achter de vrouwen aan zitten.

Van zijn schaakgeneratie (die spelers Valeri Salov, Jaan Ehlvest en Andrei Sokolov bevatte, later allemaal wereldtoppers) werd hij als de meestbelovende pupil gezien. Echter, hij engageerde zich in een mensenrechtenvereniging en toen hij op 19-jarige leeftijd als overtuigd niet-communist dienst weigerde in het Russisch leger, dat toen de oorlog in Afghanistan voerde, dook hij onder. Hij hield het ondergrondse bestaan vier jaar vol, maar stapte uiteindelijk zelf naar de politie en werd veroordeeld tot twee jaar cel. Hij leerde er fotograferen, en legde zo de vreselijke toestanden in de gevangenis vast, maar had er ook tijd zat om aan zijn schaken te werken. Hij kwam vrij in 1986, na een amnestieronde gerelateerd aan een ontmoeting tussen Reagan en Gorbatchov. Hij verhuisde in 1988 naar Warschau. De nacht voor zijn vertrek naar Polen bezocht hij nog een trainingskamp in Yurmala, waar Sokolov, Salov en Ehlvest hun wonden likten na hun uitschakeling (Salov door Timman, Sokolov door Spraggett, en Ehlvest door Yusupov) in de kandidatenmatchen in Saint John. Het was de laatste keer dat de magnificent four samen waren.

In Polen verkreeg hij de Poolse nationaliteit en begon als 24-jarige terug actief te schaken. In 1988 werd hij vader van een zoon, Josef - de moeder was de Litouwse schaakster Laima Domarkaite (º1970). Later liep het huwelijk op de klippen, en was hij ongelukkig over hoe weinig hij zijn zoon te zien kreeg. In 1989 bewijst hij terug te zijn als schaker, door het Pools kampioenschap te winnen en met een uitstekende prestatie in het EK-teams van dat jaar in Haifa. Hij verkreeg veel financiële steun van de Poolse schaakbond en mocht van LOT (de Poolse luchtvaartmaatschappij) gratis vliegen. Daar maakte hij gretig gebruik van, en vloog soms meerdere keren per maand naar de USA, waar hij deelnam aan open tornooien. Hij won het Pools NK tweemaal (aangevuld met twee tweede plaatsen in het NK) en verkreeg in 1991 eindelijk de GM-titel – rijkelijk laat gezien zijn talent. In 1990 en in 1992 speelde hij voor Polen in de olympiaden. Hij verkaste in 1998 naar de USA na onenigheid (te wijten aan onder andere zijn drankmisbruik, maar ook aan zijn anti-communistische standpunten, die in de Poolse schaakbond nog bijlange niet dood waren) met de Poolse schaakbond. Hij veranderde definitief van federatie in 2002.

In de USA kan je als professional enkel overleven als je alle weekendtornooien afschuimt en nu en dan een groot tornooi kan winnen. Alex werd - samen met wegbereider Igor Ivanov - dan ook één van de meest actieve tornooispelers ter wereld. Na het overlijden van beide "specialisten" van de Amerikaanse Grand Prix, werd geopperd om deze Grand Prix te herdopen tot Ivanov-Wojtkiewicz Memorial Grand Prix (het is er niet van gekomen). Alle tornooien binnen een straal van 500 km schuimde hij af. Daarnaast vulde hij zijn inkomen aan als leraar en trainer of secondant. Zo was hij lid van het secondantenteam van Khalifman, toen deze de eerste knock-out FIDE-wereldtitel won in 1999.

Hij won de jaarlijkse Grand Prix in de USA zes opeenvolgende jaren (1999-2004), wat hem telkens 10.000 dollar opleverde, en de bijnaam “The Polish Magician”. Ook won hij de laatste vijf tornooien waaraan hij deelnam: de Columbus Open, de World Open in Philadelphia (meervoudige ex-aequo, Kamsky won op weerstand), de National Open in Las Vegas, de Kentucky Open en het DC Action kampioenschap, alle gespeeld in 2006.

Op internet was er na zijn dood nog een kleine discussie, op gang gebracht door Elizabeth Karnazes, die zich uitgaf voor Wojtkiewicz' advocate (attorney). Ze schreef verontwaardigd te zijn dat algemeen gesteld werd dat Wojtkiewicz stierf aan een falende lever, veroorzaakt door drankproblemen. Volgens haar stierf hij aan een geperforeerde darm en overvloedige inwendige bloedingen. Mevrouw Karnazes was meteen op dreef en vroeg in één moeite door een geldinzameling voor Wojt's arme moeder. In elk geval, Mevrouw Karnazes werd efficiënt gecounterd door IM Mark Ginsburg: "Alexander Wojtkiewicz died of total liver failure, a consequence of heavy drinking. We who knew him, knew he was capable of prodigious alcohol intake. At the World Open, and for some months previously, he had ascites and spontaneous bleeding from venous endpoints that are consistent with the liver no longer functioning. This took its toll on his appearance. Doctors and non-doctors alike noticed the changes. At the World Open, I was standing around with Nick DeFirmian, and "Wojo" mentioned he had taken a breather from drinking to give his liver some recovery time. As we know, this is well-intentioned, but livers don't recover in that manner, unfortunately. The intestinal blockage could well have been caused by the stasis (blood backup) and clotting (obstruction), since the liver is not processing the expected blood volume per time unit. To sum up, he had a perforated instestine as well as end-stage liver disease. To suggest that he only had a perforated intestine and to wipe away the alcohol abuse is strange obfuscation. It is not necessary to sanitize biographies in this day and age. His alcohol use and effervescent personality lent truth to the trite adage "he burned his candle at both ends" that we hear so often about celebrities."

Dat is iets wat Andy Soltis in zijn schaak-autobiografie Deadline Grandmaster ook vermeldt: hij beschouwt Wojtkiewicz als één van de meest getalenteerde spelers ooit die hij tegenover zich had, maar je wist nooit welke versie van hem je zou bekampen: de nuchtere, positionele topspeler, of de onvoorspelbare dronkelap, die eens om te ontnuchteren met kleren en al in een jacuzzi sprong, of die soms een uur van het bord kon wegblijven om tussendoor een fles whisky soldaat te maken.

Op schaakvlak ging zijn voorkeur uit naar rustige posities, waarin zijn positioneel gevoel hem zelden in de steek liet, zie bv zijn partij tegen Skembris uit de olympiade van Novi Sad 1990. Zijn witte openingen waren het Catalaans en fianchetto-openingen tegen het Konings-Indisch. Met zwart nam hij meer risico's en verkoos hij het Siciliaans (Najdorf) en Konings-Indisch, op het einde aangevuld met versnelde Draak-varianten. In gecompliceerde, taktische stellingen was hij te pakken, hoewel hij boven zichzelf uitgroeide in rapidpartijen.

Zijn belangrijkste bijdrage aan de openingstheorie was de zet 10...Kxf7 in een variant van de Siciliaanse Draak. Dat had hij gevonden toen hij in de gevangenis zat. Shirov boekte een snelle overwinning met deze "Prison Novelty" in zijn partij tegen Adams in Biel 1991. Na deze partij verdween het offer zo goed als helemaal uit de meesterpraktijk, hoewel al in 1989 een partij gespeeld was met Kxf7 (tussen Klundt en Pigusov, remise). Er was een platform op het hoogste niveau nodig om de juistheid van het idee te bevestigen. Andere tijden...

PS Voor wie sterke gelijkenissen tussen dit artikel en het nederlandstalige wikipedia-artikel van Wojtkiewicz opmerkt - logisch, dat artikel is ook van mij :-) Voor wie meer wil lezen over Wojo, zie bv dit oude Chessbase-artikel of dit even oude Europe-Echecs artikel.
PPS Het feit dat hier soms een in memoriam verschijnt, duidt op even geen zin hebben in een origineel artikel - het is voor mij ook vakantie :-)