- Blind mode tutorial
lichess.org
Donate
BELNIC 8889

eigen foto

Archief van een schaakclub

Chess
Hoe omgaan met een archief van een schaakclub? De informatie delen lijkt me de juiste keuze.

Mijn interesse voor schaakgeschiedenis begon op twee manieren.
De eerste was mijn eerste schaakboek: Unizckers schaakboek - van uitgeverij Thieme, en daarom in het Nederlands Thieme's nieuwe schaakboek genoemd. Het was mijn alleereerste schaakboek en ik ben tot op heden blij dat dit het was. Het bevatte een gezonde mix van openingen, middenspelen, eindspelen en schaakgeschiedenis. Mijn origineel exemplaar heb ik ooit weggegeven aan een aspirant lid (in de onnozele onderstelling dat hij het terug zou bezorgen), en daarom ooit nog eens gekocht toen ik het in de Slegte zag staan. Puur uit heimwee. Ik vind het nog steeds een goed boek voor beginners - het stukje schaakgeschiedenis, en de goede partijenselectie deed bij mij de liefde voor het schaken ontstaan.

Mijn tweede kickstart waren enkele artikelen van wijlen Fons Debrouwer, een goed schaker uit Roeselare, die in het clubblad "De Torrewachter" enkele artikelen schreef over vroegere ontmoetingen met andere clubs (vooral Ieper en Tielt). Na wat gesprokkel hier en daar, wat eigen materiaal, en een zoektocht in het stadsarchief van Roeselare (voornamelijk de oude artikelen van het lokaal weekblad De Weekbode), resulteerde dat in een boek over de Roeselaarse schaakclub (de link ernaartoe staat in één van mijn eerdere artikelen).

Mijn eigen archief start in het seizoen 1984-85, toen ik begon te schaken in clubverband en ik hield alles bij. Dat betekent dat ik dus informatie (over interclub) heb, die zelfs de KBSB niet heeft bijgehouden. Aangezien het mijn bedoeling is dat ik mijn archief doorgeef aan de club van Roeselare (dan moet ik dat alvast niet meer in mijn testament zetten), ondergaat dat archief een laatste zifting. Hopelijk gaat dat hier en daar nog wat pareltjes opleveren.

Nu de IC in het seizoen 2024-2025 nog maar één ronde te gaan heeft, blik ik terug op wat de eindstand betreft van het IC-seizoen 1988-89.
Winnaar in eerste was Anderlecht 2 (51,5; kampioen ondanks een 6,5-1,5 nederlaag tegen Anderlecht 1 in de eerste ronde), voor KGSRL1 (45,5) en Anderlecht 1 (45). In tweede A haalde Oostende het voor Brasschaat en KGSRL3; in tweede B was de titel voor Leuven voor CREB 2 en La Venerie. Bemerk dat toen de bordpunten van primair belang waren, dan pas de matchpunten. Dat systeem had zeker zijn charme, maar objectief moet je wel stellen dat matchpunten de voorkeur verdienen.

BELNIC 8889 eindstand

Twee dingen vallen op als je de eindstand bekijkt in eerste klasse: Anderlecht is nog de topclub in België, voor de KGSRL en verrassend, Tessenderlo, dat vierde werd met 35 bordpunten. Ik heb geen idee wie toen speelde voor Tessenderlo, maar anno 2025 is het op zijn minst opmerkelijk dat dit team even sterk was als MSV (35), Deurne (32,5) en CREB (32). Mechelen (30), KGSRL 2 (28,5) en Luik (25 vervolledigen het klassement - inderdaad, slechts tien clubs per reeks. Het tweede dat opvalt is dat er nog meerdere ploegen van één club in hoogste mochten spelen, een mogelijkheid die nu - en maar goed ook - niet meer toegelaten is. Tenslotte is het wel opmerkelijk dat Anderlecht 2 de titel pakt, en niet Anderlecht 1. We zien het nu ook nog, dat er "gespeeld" wordt met opstellingen, zodat - vooral bij een eerste speeldag - de verrassing bij de tegenstanders soms groot kan zijn. Het archief bevat trouwens de ronde-uitslagen van de 9 eerste rondes, maar individuele resultaten jammer genoeg niet.

In de vier derde reeksen waren de kampioenen Leuven, Anderlecht, Borgerhout en Tielt. Hoe dieper we afdalen, hoe minder bekende sommige namen van clubs in de oren klinken. In tweede zien we al namen als La Venerie en Juventus, In derde vinden we zowaar namen als Tihange, Grace Hollogne (dat na 24 juni 1995 in het collectief geheugen staat, maar niet door de schaakprestaties van het lokale team), Westland, Paroza en Eke (Nazareth). Ik vermoed dat geen enkele van die teams nog bestaat. Gaan we nog dieper, dan komen de namen van schaakclub ons zelfs exotisch over. Wat te denken van Athus, Raeren, Pion Ardennois, Dion, El Boutrol, Carnières, Esneux,... Deze namen opzoeken op internet levert zo goed als niets op - internet kwam pas in de loop van de 90'er jaren de huiskamer binnen.

Wel kunnen we stellen dat de vaste waarden, wel... vaste waarden gebleven zijn. De KGSRL had 13 ploegen opgesteld, Roque tien, Anderlecht zes, Rochade Eupen en Jean Jaurès vijf, maar ook Tihange. Nu we in 2024-25 met 17 reeksen in vijfde nationale zitten - in dat seizoen hadden we er ook al 15, dus amper twee reeksen minder. Dat zegt ook iets over de populariteit van het schaken 36 jaar geleden.

Ik heb het niet nageteld, maar ik heb de indruk dat de clubs vroeger iets meer lokale clubs waren. Ook kleinere clubs stelden een team op voor interclub. Zo telde West-Vlaanderen 25 clubs (nu nog 16), en als ik de vergelijking met de huidige lijst maak, dan zie ik dat de volgende clubs verdwenen zijn: BSV (311, 59 leden), Brugeoise (314, 6 leden), EBES (320, 28 leden), Generale Bank (321, 8 leden), Sodibrug (?) (327), Menen (328, 30 leden), Varsenare (334, 32 leden), Sint-Anna (338, 12 leden), De Haan (357, 23 leden) en Heist (358, 18 leden). Een consolidatiegolf lijkt door het landschap getrokken te zijn - of is het de huidige mentaliteit dat er minder vrijwilligers zijn die zich willen inspannen voor een lokale club?

Voor mij persoonlijk was dit seizoen waarschijnlijk mijn eerste seizoen dat ik IC speelde. Dit was mijn eerste partij voor Roeselare, gespeeld op 16 oktober 1988 tegen Jean Jaurès 6. Ik had toen nog geen rating (ik vermoed dat ik iets van 1500-1600 waard was), ondanks het feit dat ik dan al een kleine vier jaar in een club speelde. Mijn eerste rating (1759) zou ik pas krijgen in augustus 1989. Roeselare verplichtte vroeger de leden niet om aan te sluiten bij de KBSB, en veel leden maakten daar gebruik van. Later werd dit "verstrengd" naar verplichte aansluiting voor spelers die in eerste klasse aantraden, en tenslotte werd het standaard opgenomen in het lidgeld.

https://critmint-orchard.org/study/nhw48oL3/jTAHmAGt#1

Een tweede document in het archief verduidelijkt één en ander. Het inschrijvingsgeld voor afdeling 1 en 2 bedroeg 2000 BEF (50 EUR), voor derde 1200 BEF, en voor vierde en vijfde 800 BEF. Het prijzengeld was aantrekkelijk: de nationaal kampioen kreeg 30.000 BEF (denk ik - de perforator is door het bedrag gegaan), de winnaar in tweede 12.000 BEF, die in derde 6000 BEF en die in vierde 3500 BEF. Boetes had men toen ook al, gaande van het te laat doorsturen (met de post, jawel) van de resultatenkaart (200 BEF), over het forfait van één speler (200 BEF), tot een ploegforfait (1000 BEF). Daarnaast was er de verplichting dat elke club 200 BEF zou storten, om de resultaten na elke ronde te ontvangen. Wie de boetes van het voorbije seizoen niet had betaald tegen 31 augustus 1988, mocht niet deelnemen aan de IC. Andere tijden...

PS ik weet dat de scans jammer genoeg net niet leesbaar zijn (lichess comprimeert ze automatisch), maar als iemand een goede foto wil, just let me know.